Met eten in de bak, is het hetzelfde liedje als met vliegtuigeten. De meningen zijn erover verdeeld maar er wordt gezegd dat het niet te vreten is. Wat je in het vliegtuig niet kan doen, maar wel in de bak, is zelf koken. Elke afdeling heeft een eigen keuken en daar kan je tijdens bijvoorbeeld je recreatietijd lekker aan het bakken slaan. Het ruikt er soms heerlijk, zeker als er pittig & kruidig wordt gekookt. Maar ook daarover zijn de meningen verdeeld.
Als ik op een van de afdelingen kom, zie ik een heel team aan het appels schillen. Het is voor de appelmoes. ‘De appels die ze in de supermarkt van Justitie kopen, zijn er goed genoeg voor’ zegt een van de mannen met een dikke knipoog. Een van de mannen staat op en loopt naar me toe. We praten even over koken in de bak en al snel staat één van de mannen op. Hij neemt me mee naar de moestuin bij de afdeling. Er groeit van alles, zelfs bloemen merk ik op. De man bukt en plukt een bloemetje en geeft de kelk aan mij. ‘Eet maar op, is goed voor je!’ Ik kijk hem aan met een lach en zeg: ‘Er zijn hier meer mensen die iets met plantjes hebben of hadden! Niet per se gezond toch?!’ Hij neemt er zelf ook een en we kauwen op het kruidige oranje bloemetje. Vol trots vertelt hij over wat er allemaal groeit of nog gaat groeien.
Ik proef ook trots, ook als ik later op de dag op een andere afdeling loop. Ik hoop nog een potje te kunnen poolen met iemand, maar hij staat druk te kokkerellen in de keuken. Als ik vraag of hij daarvan geniet, kijkt hij me aan en zegt: ‘Tuurlijk man, er is zoveel wat ik hier moet doen of waar ik niet over kan beslissen. Maar dit is een stukje van mezelf. Gekocht van mijn eigen zuurverdiende geld! Dat smaakt dubbel zo lekker!’ Met zijn baantje in de bak verdient hij geld. Dat komt op zijn bajesrekening te staan en daarmee kan hij wekelijks producten bestellen & betalen. Tussen het roeren en de kruidige rook door, kijkt hij me nog eens aan: ‘Wil je een beetje?’ Het raakt me, want dit is een stukje van zichzelf wat hij nu deelt. Ook nog es betaalt van zijn spaarzame centen. Moet hij daar niet lekker zelf van genieten? Voor ik er erg in heb verdeelt hij het gerecht al over twee bakjes. ‘Het is wel spicy hoor!’ zegt hij. ‘Geen probleem, ik houd wel van een beetje pit!’ Hoewel spices ook een soort drugs zijn die je op grotere hoogte brengen dan waar je je vliegtuigeten normaal krijgt.
Een bewaker steekt zijn hoofd om het hoekje van de keukendeur. Het is weer tijd om achter de deur te gaan. Hij met het bakje naar zijn cel, ik naar mijn kantoor. Geen potje pool deze keer, maar wel een potje pittige kost.